Uitgelicht
Zoeken
![]() Afbeelding vergroten |
Tata Mirando |
|
|
||
Informatie aanvragen over deze persoon | ||
Thuis heeft Bero Weis (42) alle tastbare herinneringen aan zijn beroemde vader netjes bij elkaar liggen. Tata Mirando was onder meer 30 jaar lang het vaste huisorkest van het Koninklijk Huis. Foto’s en handgeschreven dankbrieven van bijvoorbeeld toen nog Koningin Juliana heeft hij. Een dankbrief van president Dwight Eisenhower na een optreden voor de geallieerden. Videobanden van talloze tv-optredens. Het Koninklijk Zigeunerorkest Tata Mirando was hot. Kleinzoon Bero staat klaar om de Mirando-traditie voort te zetten. “Maar ik ben aan het oefenen. Ik krijg vioolles van Nello ‘de oude’ Mirando, inmiddels officieel ambassadeur van de zigeunermuziek in Nederland. Hij is ook primas (eerste violist en orkestleider) geweest in het echte oude orkest van mijn oom. Ik ben zo blij dat hij me les wil geven. Hij ziet meteen als er iets mis is en verbetert dat direct. Hij is echt apart als leraar. Wel iets anders dan mijn vader. Die speelde voor en dacht dat ik dat dan ook kon. Maar hij was en dacht als een genie. Hij hoorde een melodie en speelde die gewoon na. Met zijn muzikale handtekening erbij natuurlijk. Noten heeft hij nooit geleerd. Hij snapte niet dat ik dat niet kon. Bovendien was hij dan ongeduldig, dus dat werd geen succes. Ik heb trouwens eerst piano gespeeld en van verschillende ooms wat geleerd. Violisten waren er toen genoeg in de steeds groeiende familie Mirando. Piano is trouwens een stuk gemakkelijker. Als je de juiste toets raakt is er niets aan de hand. Bij een viool moeten je vingers de juiste plek op de snaar voelen. Dat is echt millimeterwerk. En gevoel vooral. Bero Weis is geboren in Den Bosch. In 1981 kwam hij met zijn moeder in Grave wonen. Tata verkoos de woonwagen. Na de Ruyterstraat verhuisde men naar de Raamdijk waar Bero en zijn gezin nog steeds wonen. “Toen mijn moeder oud genoeg was ging ze het huis uit”. Na de basisschool in Grave en het technisch voortgezet onderwijs in Nijmegen stond Bero al snel op eigen benen. “Ik was 23 toen ik als zelfstandig autoverkoper aan de slag ging. Dat resulteerde in 1999 in een eigen bedrijf in Boxmeer. “Auto Weis Boxmeer”, met in- en verkoop, reparatie en onderhoud. Orkesten “Opa Josef Weis is met een orkest begonnen. Ze trokken in hun woonwagens door Europa en speelden aan de Hoven. De oorlog met de zigeunerhaat van de Duitsers vermoordde alle twaalf broers van Josef. Hij was de enige die overbleef. Na de oorlog ging hij verder met zeven zonen. De populariteit groeide. Met optredens op alle mogelijke gala’s en, zoals gezegd voor het Koninklijk huis. De Mirando-stijl is trouwens in de zigeunermuziek meteen herkenbaar door het gebruik van een piano. Er werden grammofoonplaten gemaakt en bij de opkomst van de televisie zat het orkest in allerleishows. Maar eind jaren zestig werd het plotseling wat minder. Josef was oud en in 1967 stierf hij. Morschi en zijn broers namen het stokje over en de successen kwamen terug”. Zigeunermuziek is niet geschreven, er zijn geen papieren met noten. Bestaande stukken worden beluisterd en ‘gewoon’ nagespeeld. Vanuit het hart, want er zit een enorme lading achter. Bero: “Zigeunermuziek doet pijn”. Tata Morschi overleed in 1992. “Zijn begrafenis werd een grote muzikale happening die zelfs het tv-nieuws haalde. Je kunt je voorstellen hoe hartverscheurend de muziek toen geklonken heeft.” Bero Mirando “Drie jaar geleden kwam ik neef Sjangela weer tegen. Bij een barbecue. Er moest natuurlijk muziek gemaakt worden. Hij op de piano, ik viool. Dat ging best goed, en hij vond dat ik de draad weer op moest pakken. En zo ontstond weer een nieuw orkest. Met Nadino op gitaar, Heina op viool, Bokki Vink, die al 35 jaar ‘in de familie’ speelt is cimbalist. Uit de jonge generatie speelt Arif mee op viool.Samen vormen we het ‘Orkest Bero Mirando. De kleinzonen van Tata Mirando”. We hebben al heel wat optredens gehad. Ik voel dat we, mede door de lessen die ik nog iedere week krijg, er nog steeds op vooruit gaan. Zelfspeel ik het liefst ouderwetse, zware stukken. Die zijn niet vrolijk. Triest, maar mooi triest. Als het lekker loopt voel je dat in je hart. Je zit dan met het hele orkest in een flow. Je kunt alles aan. Je voelt het contact met elkaar. Op zo’n moment kun je goochelen met tonen, met ritme en timing. Maar er zijn ook optredens waarbij het hard werken is. Dan sta je een paar uur flink te zagen en ben je na afloop gewoon lek gespeeld." Nog steeds zijn er veel liefhebbers van die melancholische muziek. |
||